Cognition in Motion: wat, waarom en hoe?
Fysieke activiteit wordt veel beschreven vanuit aspecten als kracht, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en/of coördinatie. Een ander aspect dat vaak onderbelicht blijft maar zeker niet minder belangrijk is binnen sport en bewegen, is cognitie.
Uitvoeren van meerdere taken
Veel activiteiten binnen de sport, maar ook zeker in het dagelijks leven, vereisen het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere taken. Bijvoorbeeld lopen en praten tegelijk. Dit zijn taken die uitdagend zijn voor zowel het uitvoeren van de beweging als de cognitieve processen in de hersenen. Atleten moeten in staat zijn split-second beslissingen te nemen onder druk van meerdere activiteiten, stimuli en verstoringen. Het is dus juist belangrijk om naar de combinatie tussen cognitie en bewegen te kijken. Dit wordt ook wel Cognition in Motion genoemd.
Waarom is het belangrijk aandacht te besteden aan cognition in motion?
Neem als voorbeeld de duotaak lopen en praten. Uit onderzoek is gebleken dat met name bij ouderen vermindering van de loopprestatie en/of cognitieve prestatie plaatsvindt wanneer cognitieve taken worden uitgevoerd tijdens lopen[1],[2]. Dit kan er onder andere mee te maken hebben dat het aandachtssysteem van het brein een gelimiteerd aantal bronnen beschikbaar heeft. Bij het uitvoeren van meerdere taken tegelijk zullen ook meerdere taken een beroep doen op deze bronnen. Daardoor zal de prestatie van de twee taken minder zijn als ze tegelijk worden uitgevoerd, dan wanneer ze afzonderlijk worden uitgevoerd[3]. We kunnen dus wel zeggen dat het belangrijk is om het uitvoeren van twee taken tegelijkertijd te trainen zodat het brein hier aan went.
Hoe zit het met cognition in motion bij sporters?
Uit onderzoek blijkt dat het trainen van cognitieve functies tijdens bewegen ook belangrijk is voor sporters. In een onderzoek naar cognitieve functies in elite en sub-elite jeugdvoetballers is namelijk naar voren gekomen dat elite voetballers zich onderscheiden doordat ze hoger scoren op bepaalde cognitieve functies[4]. Verder is ook gebleken dat professionele volleyballers betere scores halen op executieve functies en visueel-spatiele parameters (zien en verwerken van een waarneming in de ruimte) dan niet-sporters[5]. Dus zowel in het dagelijks leven als bij het sporten speelt de combinatie tussen cognitie en bewegen een belangrijke rol.
Wat kunnen we met deze informatie?
Het is al bekend dat de aspecten kracht, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en/of coördinatie verbeteren door training. Maar hoe zit dat met cognitie?
Daarvoor geldt in principe hetzelfde. Er is bijvoorbeeld bewijs dat zowel fysieke als cognitieve training het behoud van cognitieve efficiëntie bij veroudering bevorderen[6]. Maar het blijkt met name ook dat het combineren van fysieke en cognitieve training de effectiviteit alleen maar versterkt[7],[8].
Ook binnen de sport is gebleken dat perceptuele-cognitieve vaardigheidstraining een ideale methode is voor het ontwikkelen van anticipatie en het nemen van beslissingen voor atleten[9]. Daarentegen is het wel belangrijk dat een dergelijke training zoveel mogelijk op de werkelijkheid moet lijken. Dus een training moet zoveel mogelijk lijken op de situatie waarin de uiteindelijke prestatie moet worden geleverd. Waardoor een zo goed mogelijke transfer van het geleerde naar de praktijk wordt verkregen.
Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Uiteraard zijn er vele manieren om cognitieve en fysieke aspecten in training met elkaar te combineren. Er zijn een aantal principes waar rekening mee gehouden kan worden om een training zoveel mogelijk op de werkelijkheid te laten lijken8:
- Structuur van trainingen
- Koppeling tussen perceptie en actie
- Contextuele informatie
In de praktijk bestaan er oplossingen zoals BrainHQ, een software oplossing waarmee voor verschillende cognitieve functies testen en trainingen gedaan kunnen worden. Voordeel hiervan is het geïsoleerd testen van specifieke cognitieve functies.
Daarnaast zou bijvoorbeeld gebruik gemaakt kunnen worden van een systeem als Witty SEM. Een systeem bestaande uit meerdere lampjes waarmee op basis van triggers gereageerd moet worden. Het kan op veel manieren ingezet worden om te proberen aan bovenstaande principes te voldoen zoals te zien is in deze blog.
Onderstaande afbeelding is een perfect voorbeeld van een specifieke training in de sport waarin fysieke activiteit gecombineerd wordt met cognitie én waarbij aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
Wat is uiteindelijk het resultaat van deze training?
In de drie onderstaande voorbeelden uit het basketbal is mooi te zien hoe cognitieve vaardigheden tijdens fysieke activiteit worden gecombineerd.
In het eerste voorbeeld laat Stephen Curry van de Golden State Warriors zien hoe goed hij in staat is bewegingen en lichaamstaal van de tegenstander te lezen en daarop te anticiperen. Door het hebben van deze skills is hij perfect in staat passes te timen, de bal van een tegenstander af te pakken en op de basket te schieten. Uiteraard in combinatie met fysieke activiteit en zelfs nog een 3-punter.
Uit onderzoek binnen voetbal is gebleken dat het bezitten van deze cognitieve vaardigheid ervoor zorgt dat je betere voorspellingen van passes kan doen en sneller reageert[10].
In het tweede voorbeeld hierboven is Rajon Rondo te zien en met name zijn uitstekende verwerking van visuele informatie. Basketballers moeten veel visuele informatie verwerken van onder andere 9 andere spelers en de bal. Rondo laat zien dat uitstekend te beheersen door op het laatste moment de bal te passen wanneer hij op de basket afkomt omdat er een verdediger aan komt vliegen vanuit zijn ooghoek. Zo stelt hij zijn medespeler in staat gemakkelijk twee punten te scoren.
Ten slotte is het derde voorbeeld er één waarin focus heel goed naar voren komt. Hierin is te zien hoe Paul Pierce focus kan houden en verstoringen en afleiding vanuit de omgeving kan blokkeren. Dit terwijl de stand 98 – 98 is en Pierce de bal loslaat wanneer er nog 0.3 seconden te spelen is. Dankzij zijn focus weet Pierce de wedstrijd voor de Boston Celtics weet te winnen.
Allemaal voorbeelden die stuk voor stuk laten zien waarom aandacht voor Cognition in Motion belangrijk is en waar het trainen ervan aan bij kan dragen.
Gebruikte bronnen voor dit artikel
[1] Schaefer, Schellenbach, Lindenbergen & Woollacott, 2015
[2] Verghese, Wang, Lipton, Holtzer & Xue, 2007
[3] Falbo, Condello, Capranica, Forte & Pesce, 2016
[4] Huijgen et al., 2015
[5] Alves et al., 2013
[6] Bherer, 2015
[7] Rahe et al., 2015
[8] Schaefer & Schumacher, 2011
[9] Broadbent, Causer, Williams & Ford, 2014
[10] Romeas & Faubert, 2015