Loop- en hopanalyse: deel 1 revalidatie
Met het seminar loop- en hopanalyse in de revalidatie op woensdag 31 oktober in aantocht, is het een mooi moment om eens verder in dit thema te duiken. Loop- en hopanalyse is namelijk een veel gebruikte methode in de revalidatie om de voortgang in het revalidatieproces objectief te beoordelen en te monitoren. Maar wat wordt er dan zoal beoordeeld en hoe wordt dat gedaan? Dit artikel zal hierop ingaan met een aantal voorbeelden uit onderzoek en praktijk.
Wat is loop/hopanalyse en wat haal ik eruit?
Als eerst volgt een uitleg over het doen van loop- en hopanalyse, want wat is dat nu precies? Uiteraard zit de betekenis al in het woord zelf. Het is een objectieve beoordeling van een loop- of hopprestatie. Deze beoordeling kan onder andere worden gedaan door het verzamelen van zogenaamde spatiotemporele parameters. Dit zijn parameters die iets zeggen over de ruimte/plaats (spatium = ruimte) waar iets plaatsvindt en over de tijd (tempus = tijd) waarin dit plaatsvindt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over afstanden, verplaatsing, snelheid en ritme.
Een systeem waarmee dit objectief beoordeeld kan worden is bijvoorbeeld Optogait. Dit is een systeem bestaande uit twee bars met LED-lampjes en ontvangers die registreren wanneer het signaal onderbroken wordt. Wanneer bepaald wordt waar de bars onderbroken worden en wanneer dit gebeurt kunnen de spatiotemporele parameters berekend worden. Voor loopanalyse zijn dit bijvoorbeeld: staplengte en -breedte, lengte van een stapcyclus, tijd in stand- en zwaaifase, staptijd, etc. (zie ook afbeelding hieronder). Voor hoptesten zijn dit bijvoorbeeld: tijd in vlucht- en standfase, spronghoogte, verplaatsing, etc.
Hoe wordt dat in de praktijk ingezet?
Valpreventie
Een goede doelgroep waar bij loopanalyse ingezet zou kunnen worden, is ouderen. Het is reeds bekend dat het lopen op latere leeftijd meer aandacht vereist. Het effect hiervan is dat de variatie in stappen omhoog kan gaan en er zit steeds meer verschil in afstanden en ritme tussen verschillende stappen. Deze veranderingen in gangbeeld zijn bewezen voorspellers voor een verhoogd risico op vallen[1]. Het objectiveren van de gangbeeld karakteristieken verhoogt het begrip van de bewegingscontrole in deze doelgroep en helpt bij het beter kunnen ontwerpen van preventieve interventies[2]. Een objectief meetsysteem kan hieraan bijdragen. Zo’n systeem is namelijk in staat om de variabelen per stap te tonen waardoor gemakkelijk te zien is hoe deze variabelen tussen stappen verschillen.
Gustavsson
Misschien wel het bekendste voorbeeld van een hoptest protocol is die van Gustavsson[3]. Samen met onder andere één van de sprekers op het seminar, Camiel Neeter, is een protocol ontwikkeld met daarin 3 hoptesten. Dit protocol is speciaal voor mensen die aan het revalideren zijn na een voorste kruisband reconstructie. Het is bedoeld om onderscheid te kunnen maken tussen de hopprestatie van het aangedane en het niet-aangedane been. De volgende testen zijn onderdeel van dit protocol: vertical jump, hop for distance en side hop.
Uitkomstmaten voor deze testen zijn spronghoogte en -afstand en het aantal keer springen in 30 seconden. Een objectief meetsysteem zorgt ervoor dat je maten op de juiste manier meet, waarbij je zelfs tegelijkertijd nog op extra variabelen kunt letten. Dit terwijl er volledige aandacht aan de patiënt besteed wordt bij het uitvoeren van de test.
Kortom…
Dit zijn slechts 2 voorbeelden van het doen van loop- en hopanalyses in de context van revalidatie. Het verzamelen van spatiotemporele parameters kan bijdragen aan een objectieve beoordeling van de loop- en hopprestatie. Mocht u hierin geïnteresseerd zijn geraakt neem dan vooral hier een kijkje voor het seminar of hier voor meer informatie over het meetsysteem.