Loop- en hopanalyse: deel 2 sport

Geplaatst op

In navolging op het artikel over loop- en hopanalyse in de revalidatie volgt dit artikel met het thema sport. Ook voor dit thema staat een seminar gepland. Het seminar loop- en hopanalyse sport vindt plaats op donderdag 1 november. Ook in de sport is het namelijk een veel gebruikte methode. Niet alleen om na een blessure te kijken hoe iemand ervoor staat maar ook om de prestatie in kaart te brengen om te zien waar nog winst te behalen valt.

Hoe wordt loop/hopanalyse in de sport ingezet?

Uiteraard gaat het in de sport, net als bij revalidatie bij een loop- en hopanalyse, ook om het objectief beoordelen van een loop- of hopprestatie. Waarbij ook weer spatiotemporele parameters verzameld worden, welke bijvoorbeeld met een Optojump gemeten kunnen worden.

Het is met name de manier waarop men naar data kijkt waar het verschil met revalidatie zit. Bij revalidatie gaat het name om hoe data eruit ziet ten opzichte van een gezonde doelgroep. Of om verschillen tussen het aangedane en het niet-aangedane been. Bij sport daarentegen gaat het veel meer om presteren. Hier is het veel belangrijker om uit te zoeken of een sporter ook progressie boekt. Data van trainingen vergelijkt men met wedstrijddata. Zelfs de kleinste verschillen die winst opleveren, worden geanalyseerd.

Wat zijn voorbeelden uit de sport?

Pre-season sprongtesten

CMJ en SJ

Een voorbeeld van de spronganalyse zijn de pre-season sprongtesten is te zien in onderstaande video. Deze testen worden onder andere bij voetbal toegepast maar zijn ook geschikt voor andere team- en individuele sporters. Het is mogelijk een protocol van verschillende sprongen te doorlopen.

Bijvoorbeeld squat jump (SJ), counter movement jump (CMJ) zonder gebruik armen, CMJ met gebruik armen en CMJ alleen op het linker- en alleen op het rechterbeen. Hierbij kan het onderscheid tussen de sprongen gebruikt worden om (wel/niet vanuit beweging of wel/geen armen) te bepalen welk aspect iemand kan verbeteren en daar een trainingsschema op aan te passen. Een voor de hand liggend voorbeeld is het verschil tussen spronghoogte op het linker- en op het rechterbeen. Wanneer het verschil erg groot is, kan de focus bij de krachttraining iets meer op één van beide benen komen te liggen.

Sprintstart analyse

Een tweede toepassing heeft betrekking op loop-, of eigenlijk sprintanalyse. Zoals in de video hierboven te zien is, worden daarvoor meerdere Optojump bars aan elkaar gekoppeld om een lang meetsysteem langs de sprintbaan te vormen. Zo is gedurende een gehele sprint data beschikbaar over elke gezette stap. Waardoor per stap de spatiotemporele parameters over de gehele sprint beschikbaar zijn om te zien hoe deze parameters zich ontwikkelen tijdens een race. Zo zijn verbeteringen voor een race ook meteen duidelijk. In het filmpje spreekt men over het feit dat contacttijden gedurende de race geleidelijk moeten verminderen. En ook dat een winst van een paar centimeter per stap een groot verschil kan maken op een 100 meter sprint. Dit soort prestatie-indicatoren zijn goed met de Optojump in kaart te brengen.

Kortom…

Ook in de sport zijn er dus tal van toepassingen voor het doen van loop- en hopanalyse. Waar dus dergelijke systemen en analyses bij kunnen dragen aan het verbeteren van de prestatie van sporters. Meer informatie hierover? Dit kan tijdens het seminar loopanalyse sport. Of neem hier een kijkje voor het meetsysteem.